VRAGEN VOOR DE EEUWIGHEID

De oude vampier lag doodstil in zijn kist 
Daar dacht hij aan zaken die hij niet meer wist 
Hoe was hij gestorven, en waar was zijn graf?
Was dat in concessie, wanneer liep die af?

Had hij ooit een gade, met lippen bloedrood?
En leefde zij nu nog, of beet hij haar dood?
Werd hij door zijn kinderen eeuwig veracht?
Ach, hadden zijn lenden ooit kroost voortgebracht?

Hij maalde zich suf, elke eenzame nacht
En nimmer werd hem de verlossing gebracht
U ziet, lieve lezer, 't is niet niet evident
Onsterf'lijk te zijn 一 maar tevens dement

Reacties